De geschiedenis van de zeegaande stoomsleepboot ‘Hercules’

Begin 1915 werd in de provincie Groningen te Martenshoek (Gem. Hoogezand) op de werf van G. & H. Bodewes de kiel gelegd voor een kleine zeesleepboot die gebouwd werd voor eigen risico voor de werf.
Zowel schip als ketel en machine werden gebouwd onder Germanischer Lloyd onder klasse 100 A 4 h.
Zij kreeg de naam ‘G. & H. Bodewes 3’ en bouwnummer 597, tonnenmaat bedroeg 63,61 Brt. en 11,47 Nrt.
De ketel en stoommachine werden geleverd door machinefabriek A.S. Fulton.

   (klik op de foto voor een vergroting)

Na enkele maanden afgebouwd voor de werf te hebben gelegen was er interesse vanuit Denemarken. De Deense admiraliteit had belangstelling voor de boot, waarop een proefvaart volgde. Volgens een krant uit die tijd haalde het schip tijdens deze proefvaart een snelheid van 11 mijl per uur en ontwikkelde de machine een vermogen van 250 ipk. Na inspectie van het onderwaterschip op de de werf Niestern te Delfzijl door twee Deense marine-ingenieurs, werd de boot gekocht voor een bedrag van fl. 44.500,- , waarvan fl. 16.500,- aan A.S. Fulton werd betaald voor de ketel en machine.

   (klik op de foto's voor een vergroting)

De Fremad 2 met een klein ponton aan het werk voor de Deense marine in 1955.

De sleepboot kreeg de naam ‘Fremad’, wat Vooruit betekent en met bemanning van de Deense marine vertrok ze naar Kopenhagen.

Enkele wetenswaardigheden uit het verleden van de ‘Fremad’

Op 16 december 1964 werd het schip via de Domeinen verkocht aan dhr. Jurgen Hastrup, die de naam wilde wijzigen in ‘Ditte Hastrup’. Deze naam heeft er nooit opgestaan en voor lange tijd heeft het schip gediend als woonboot voor Jurgen zijn broer. Nadat deze man in de machinekamer aan een hartaanval was overleden en de sleepboot voor lange tijd onbeheerd lag, werd zij langzaam leeggeroofd van bronzen en koperen onderdelen en scheepsantiek.

   (klik op de foto's voor een vergroting)

Tussen 1964 en 1978 werd er vrijwel geen onderhoud aan het schip gepleegd in Kopenhagen.

Scheepshandelaar J. Mos ontdekte het schip eind 1978 en haalde haar van Kopenhagen naar Enkhuizen. Daar werd zij eerst leeggepompt door de stoomsleepboten ‘Noordzee’ en ‘Scheelenkuhlen’.
De sleepboot werd te koop aangeboden en bijna verkocht aan iemand die er een motor in wilde zetten, gelukkig ging deze koop niet door.