"Lekker vreemdgaan op een andere stoomboot (met toestemming van Bart)"

Uit de kleine lettertjes kan men lezen uit welke hoek de wind waait en vermoeden dat ik een machinist van de Adelaar uit Beverwijk ben.

Tijdens de afgelopen Dordt in Stoom, toen ik als passagier op de Dockyard V een ritje meevoer, hoorde ik daar van de stoker dat de Hercules nog wat mensen nodig had in de machinekamer. Dat was voor een reisje van een paar dagen naar Terneuzen. Hier werd het havenfestival gehouden van 22 t/m 24 juni 2012. Daar de Hercules voor mij geen onbekende boot was, ben ik gelijk een ritje met ze meegevaren.

Eenmaal aan boord moest ik gelijk bij Kees in de stuurhut komen zitten om even bij te praten, waarbij ook de Terneuzen reis besproken werd. Onderweg voer de Adelaar naast ons en het commentaar was niet van de VHF. De Hercules nodigde de Adelaar uit om te gaan racen, een traditioneel gebeuren op de laatste dag. Hierop werd door de Adelaar terug gemeld dat ze wel uitkeken omdat jullie, de Hercules, Sjaak aan boord hebben.

Maar goed, ik ben nog een poosje bij ze beneden geweest en bij het einde van de rondrit werd toch even mijn telefoonnummer genoteerd. Daarna nog een ritje mee met de Scheelenkuhlen, waar ik het manoeuvreerhandel in mijn handen gedrukt kreeg. Hier staat een soortgelijke machine in als op de Hercules. Dat was dus al een voorproefje als ik met de Hercules mee zal gaan.

Een week later belde Kees mij op toen ik net in de trein zat nadat ik de stoomtramloop (halve marathon) had gelopen, om te vertellen dat ik kon aanmonsteren voor de Terneuzen reis. Dat werd verder snel geregeld.

Op de avond voor vertrek stapte ik in Schiedam, vlak bij de boot, uit de bus. Hier stopte, toen ik nog even rondkeek om de weg naar de boot te vervolgen, een rode auto naast mij met Kees achter het roer, sorry stuur. Hij was net onderweg om nog een dienst te draaien en ik kon meeliften naar de Hercules. Na een overtocht met de zeer locale veerboot was ik om ongeveer acht uur aan boord. Ik werd ontvangen door het ontvangstcomité en daarna gingen we even de machinekamer door voor de bijzonderheden.

Na een niet al te lange nachtrust maakten we om vijf uur in de ochtend het schip gereed voor vertrek. Ondanks dit vroege uur ging het vertrek toch iets te snel en moesten de machine even stilzetten die warm stond te draaien. Verderop maar vastknopen om de schipper aan boord te laten komen. Hierna vertrokken we toch vlot om de stroom op de Nieuwe Waterweg, het tij op zee en het “in tij” op de Westerschelde te benutten. Ik heb tijdens de “oversteek” mijn hart kunnen ophalen in de machinekamer en voor de ketel. We hielden een competitie wie het dichtste, uitsluitend op kolen, bij de “rooje” kon blijven bij een steeds sneller draaiende kar.

Intussen werd er op de brug met de apparatuur een zo kort mogelijke route gecreëerd. Onderweg werd er door de schippersvrouw goed voor de bemanning gezorgd en we werden rijkelijk voorzien van koffie en broodjes die heerlijk smaakten. Eerder dan verwacht moesten we “afslacken” omdat we al bij Terneuzen waren. Even later meerden we af, en na de nodige werkzaamheden was het tijd voor een lekker koud potje bier dat verdiend was.

Ook de Rosalie die voor het havenfeest gekomen was kwam bij ons langszij liggen. We hadden nog even tijd om het feestterrein te bezoeken en enkele dozen met aardbeien mee te nemen voor het toetje. Deze zijn er uitstekend ingegaan. Voor het eten een lekkere borrel van het huismerk dat op deze boot in de schoorsteenband vermeld staat. Na het eten konden we “genieten” van het inregelen van de nabij gelegen feesttenten. Dat ging van “ja, ja, nee, ja, nee, ja, enz.” met af en toe een puist herrie, een moderne diesel is daar niets bij. Maar goed, het werd toch gezellig en we hebben ook nog goed kunnen slapen die nacht. De andere dagen de nodige activiteiten op de kant, in de haven en op de boot. Er werd o.a. een nieuwe sleepboot gedoopt, de “Multratug 19” en bij de buren, de Belg “Valcke”, werden lekkere hapjes en groene soep geserveerd die toch wel een verdacht smaakje had en vermoedelijk de nodige procenten bevatte.

Het was een feestelijk weekend, alleen de weergoden hadden hier niet op gerekend en weigerden ook alle medewerking. Op zondagmiddag, samen met de Rosalie, weer vertrokken en bij de Krammersluizen hebben we overnacht. Nog even natafelen, vuurtjes afbanken en dan de luiken dicht. De andere ochtend konden we snel weg, we hadden genoeg vuur en stoom, de machine was al lekker warm en we zijn dan ook vertrokken, alleen de “Oude dame”, die ook aan ons vastgeknoopt zat, hebben wij een stuk op sleeptouw meegenomen. Na een tijdje was daar ook genoeg vuur en stoom zodat we los konden maken. Gezamenlijk naar het Hollands Diep gevaren en vandaar heeft ieder zijn eigen weg vervolgd naar de thuishaven. De Rosalie naar Enkhuizen en wij naar Schiedam, waar we ongeveer om twee uur aankwamen.

 

 

Het was een fijne reis met een fijne bemanning en als het uitkomt, dan wil ik best nog wel een keertje “vreemdgaan” op een andere stoomboot.

Sjaak Rijerkerk, machinist/stoker/stuurman op de Adelaar.